
"Wouw! midden in de nacht nog naar Ilonka, dit is echt héél bijzonder", roept mijn zoon enthousiast als ik hem vertel dat we nog eventjes naar onze bejaarde merrie gaan.
We lopen hand in hand over het donkere pad richting Ilonka. Met enkel de verlichting van de maan en in de verte wat boerderijen, maar deze laten ons meer zien en voelen dat we niet de enige op aarde zijn, dan dat het nu echt verlichting toevoegt.
Onze ogen dicht knijpend proberen we een schim van Ilonka, of een van haar weidemaatjes op te vangen, maar daarvoor is het te donker en staan ze nog te ver. Mijn zoon knijpt nog iets harder in mijn hand. "Ik ben niet bang hoor mam en jij?" vraagt mijn zoon vervolgens. Ik trek hem dichter tegen me aan. "Het is alleen een beetje donkerder dan vanmiddag, voor de rest is er niets veranderd. Ik ben ook niet bang."
Ilonka hoort ons praten en herkent onze stemmen. Ze hinnikt en komt aan lopen. "Daar is Ilonka!", roept mijn zoon verrukt en geeft haar snel een knuffel... "Wat is Ilonka toch knap, ze ziet en hoort goed in het donker."